De Double Gracey™-modellen beschikken over een afgeronde achterkant en twee snijkanten; zo combineren ze twee instrumenten in één. Het snijvlak van de Double Gracey™ is verhoogd en vormt zo licht aflopende vlakken in een hoek van ongeveer 110°, gemeten vanaf de onderste schacht.
De hoeken van de vlakken en lemmeten bieden de gebruiker de mogelijkheid om de Double Gracey™ net zo als conventionele Gracey-curetten te gebruiken: het werkuiteinde parallel aan de tandas.
In totaal zijn er vier Double Gracey™-instrumenten: Anterior en Posterior, evenals de zogenaamde mini-versies in Anterior en Posterior. De Double Gracey™ Anterior combineert de Gracey-curette 1-2 voor alle voortandoppervlakken met de Gracey 7-8 voor alle buccale en orale vlakken van de premolaren en molaren. De Double Gracey™ Posterior combineert de Gracey 15-16 mesiaal met de Gracey-curette 13-14 distaal. Zo kan men zonder van instrument te wisselen meteen van het ene naar het andere vlak of de ene naar de andere tand overgaan.